Geplaatst op 24 januari 2014
Net als in Nederland, is er in België nog geen onderzoek gedaan naar de langetermijneffecten van kinderopvang op kinderen. Dat terwijl de eerste generatie al lang volwassen is. Het Belgische opinieblad HUMO vraagt zich af hoe het gesteld is met de kwaliteit van de kinderopvang en of er al iets te zeggen valt over het effect op de langere termijn.
Michel Vandenbroeck, docent gezinspedagogie aan de Universiteit Gent, noemt de tijd waarin we leven ‘een revolutionaire tijd’. ‘Nog nooit heeft een generatie kinderen zo’n belangrijk deel van hun voorschoolse jaren buitenshuis doorgebracht. Eeuwenlang groeiden peuters op aan de rokken van mama.’ Vandenbroeck is samen met Ferre Laevers een onderzoek begonnen naar de kwaliteit van kinderopvang in kindcentra en bij gastouders in België. Over drie jaar verwachten zij de eerste resultaten.
Achterstand
Inmiddels heeft de wetenschap een achterstand opgelopen in het onderzoek. ‘Dat terwijl de wetenschappelijke ontwikkelingen van de laatste jaren net tonen hoe cruciaal die eerste levensfase van een kind is’ zegt Vandenbroeck in Humo. In Groot Brittannië wordt wel onderzoek gedaan naar het langetermijneffect van kinderopvang. Daar volgen wetenschappers al vijftien jaar ongeveer tweeduizend kinderen. De eerste conclusie is dat slechte kinderopvang kinderen slechter maakt, maar goede kinderopvang juist heel lang doorwerkt bij kinderen.
Beter presteren
De oudste onderzochte kinderen in het Britse onderzoek, zitten nu in hun examenjaar op de middelbare school. Kinderen die opgroeiden in een kansarm milieu en wel naar de kinderopvang gingen, presteren beter op school dan kinderen die niet naar de opvang gingen.
James Heckman
Deze conclusie komt overeen met Amerikaans onderzoek naar het langetermijneffect van kinderopvang. Daaruit blijkt ook dat kinderen uit risicomilieus meer profiteren van kinderopvang dan kinderen die in een sociaal sterk milieu opgroeien. Nobelprijswinnaar James Heckman beweerde een tijdje terug dat elke dollar die je in de jongste jaren van een kind investeert, later tot zeven keer teruggewonnen wordt.
Kansrijke kinderen
HUMO concludeert dat kinderopvang vooral een zegen is voor kansarme kinderen, maar vraagt zich tegelijk af of andere kinderen dan eigenlijk wel baat hebben bij kinderopvang. Is het voor ieder kind positief om op te groeien in de opvang waar het ook kinderen uit andere milieus treft? Die vraag blijft voorlopig, wegens een gebrek aan onderzoek, onbeantwoord.